/ / / / / / / / / / / / / /
Ebele Hekstra weet al vroeg dat hij geen boer wil worden. Hij is een pientere jongen die wat anders wil. Dat blijkt al snel. In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) wordt Nederland gemobiliseerd en gaat veel voedsel op de bon. Hoewel het land neutraal blijft, verslechtert de situatie. “Moeder, de mensen lopen allemaal naar het gemeentehuis”, zegt hij. “Zou er wat te halen zijn?” Hij neemt dan het heft in eigen hand en verdient vanaf zijn zestiende jaar de kost als rietdekker.
Hij leert het vak bij rietdekker Bonne van der Lei in Murmerwoude, waar hij zo’n drie jaren werkt. Van der Lei werkt veel op boerderijen en schuren in de omgeving. Toch wil Ebele het rietdekkersvak beter leren beheersen. Daarom reist hij vanaf 1923 naar Bergambacht in Zuid-Holland en vervolgens naar Heteren in Gelderland om zich verder als rietdekker te bekwamen. Hij doet zijn werk goed en kan daar blijven wonen als hij wil, maar de familie Hekstra wil dat liever niet.
Ebele keert eind 1924 terug naar zijn ouders. Hij heeft tot dan toe als knecht in opdracht van andere rietdekkers gewerkt. Als ‘reizend gezel’ heeft hij zo het ambacht van rietdekker geleerd. Maar hij wil meer. In het voorjaar van 1925 begint hij daarom voor zichzelf als zelfstandig rietdekker aan de Voorweg in Murmerwoude. Hij is dan pas 20 jaar, maar omdat hij al een beetje kaal is lijkt hij voor opdrachtgevers toch een stuk volwassener… Om zijn naam als zelfstandig rietdekker bekend te maken adverteert Ebele op 1 april 1925 in ‘De boerderij’, een weekblad voor de land- en tuinbouw. “Rietdekker – Voor het leveren van alle soorten rieten daken en 1e kwaliteit Friesch dekriet, houdt E. Hekstra, rietdekker te Murmerwoude zich beleefd aanbevolen, tegen concurrerende prijs”, luidt de tekst van de advertentie. Dat is het begin van zijn onderneming.
Het dekken van rieten of strooien daken is in deze tijd al een bijzonder zelfstandig beroep. Naast rietsnijder en -binder is de rietdekker veelal ook handelaar in riet. De toegepaste rietsoort wordt altijd benoemd naar zijn herkomst. Vaak geeft dat ook de kwaliteit ervan aan. Zo staat Fries riet bekend vanwege de stengeldikte, de taaiheid en de sterkte van het materiaal. Het is ook niet voor niets dat rietdekker Ebele Hekstra voor alle soorten rieten daken graag werkt met ‘1e kwaliteit Fries rietdek’.
Veel boerenwoningen, maar ook schuren en molens in noordoost Friesland zijn dan nog bedekt met stevige rieten daken. In een streek waar de daken veel aan regen en wind worden blootgesteld, kunnen ze toch een hoge ouderdom bereiken. Daarnaast zijn rieten daken praktisch voor de bewoners. De dikke rietvacht houdt zomers de hitte buiten en vormt in de winter een beschutting tegen de kou. Zelfs op de warmste zomerdagen liggen de kamers onder rieten daken in de schaduw en blijven zo koel, zeker in vergelijking met de veelal gangbare zinken daken waaronder de temperatuur drukkend kan zijn.
Maar er is wel groot nadeel aan rieten daken… Dat is de brandbaarheid. Is sommige moderne plaatsen mogen rieten daken dan ook niet meer gelegd worden. Maar in de traditioneel ruim opgezette boerendorpen is er nog steeds volop werk te doen. Bovendien zijn er maar weinig vakmensen die het gevaarlijke ‘hoge’ werk aandurven. Dus naar een goede rietdekker is veel vraag. Karrevrachten riet worden dan ook bij rietdekker Ebele Hekstra aangevoerd, voor zowel nieuwe daken als onderhoud en reparaties van bestaande. Want als er ergens onverhoopt een lek in het dak is, dient de rietmantel zo snel mogelijk hersteld te worden. Dit zorgt ervoor dat rietdekker Ebele Hekstra al snel een winstgevende onderneming op poten kan zetten.
Deze tekst is afkomstig uit het onderzoek naar 100 jaar Hekstra. Heb je een leuk idee voor één van deze 100 verhalen? Omdat je er zelf onderdeel van bent geweest of graag meer wilt weten over een bepaald onderwerp. Mail dan naar info@hekstra.nl